Jaargang 7 Nr 42       8 april 2009
______ Excuses (3) ______
 
Nu het toch over mijn diverse bankrekeningen gaat, had ik er graag een aanbeveling aan toegevoegd, namelijk dat Prem met die achternaam en die snor ook in een tiendelige tv-serie aan de gang gaat met een klasje van die aankomende bankdirecteuren die dreigen te zakken voor hun examen. Zodat wij als rekeninghouders kunnen controleren of het ook wat voorstelt zo’n examen en zo een baantje. Ik heb nog steeds mijn twijfels. Ik denk niet dat het zoiets wordt als de Cito-toets, dat je de volgende dag in de krant of op internet kunt nakijken of je geschikt bent om Nout Wellink op te volgen. En dan nog. Het klonk wel heldhaftig als maatregel, plus de bijscholing voor de raad van commissarissen, maar als ik die Cees Maas, voormalige excessieve zelfverrijker, en zijn clubje goed heb begrepen, dan was er afgelopen jaren eigenlijk weinig loos in de Nederlandse bancaire wereld. Ja, Rijkman Groenink, die mag een graaier genoemd, daar is iedereen het over eens – ik denk dat die man van de gezamenlijke banken nog wat tientallen miljoenen heeft gekregen om als hun publieke pispaal te dienen, maar voor de rest waren de bankiers toch vooral het slachtoffer van een act of God. Bij Pauw en Witteman legde Maas de situatie uit met een verwarrend verhaal over dat als je weet wat een tsunami is en je staat op het strand dan weet je meer dan iemand die het woord tsunami niet eens kan schrijven. Maar allebei heb je natte voeten, of zo. Erg Johan Cruijff. Precies zo voelden de mensen zich die zich de afgelopen jaren bezig hielden met het beheren van mijn gelden. Er zijn putjesscheppers voor minder ontslagen. Viel er eentje weg, benoemden ze weer een vrindje van de golfclub en des namiddags verscheepte hij de miljarden. Zeventig aanbevelingen voor een betere basis van onze economie. Gelukkig dat er niks aan de hand was. Als het over een voetbalbond gaat, heten dat scheten in een netje. Dat kan makkelijk, want buiten de IJslandse spaarders, wij noemden dat als bankklanten onder elkaar onze graaiers, zijn er weinig mensen die rechtstreeks door toedoen van aanwijsbare klungels hun werk zijn kwijtgeraakt. Het straatje van de banken is al schoon. Ik heb onderhand meer vertrouwen in een oude sok dan in een oude zak.
 
Printversie       Archief